Taalhulp - Gilde Utrecht

Onderdeel 1 - Hoe was het eerste contact.

1. Hoe heb je van de taalhulp gehoord?

Via de bibliotheek

• Via internet
• Via het buurtteam/Dock
• Via mijn werkgever
• Via de school van mijn kind
• Anders, namelijk...

2. Ik kon snel beginnen met de taalhulp.

Onderdeel 2 - Hoe waren de ontmoetingen met de taalvrijwilliger

3. Ik kan alles vragen aan de taalvrijwilliger.
4. De vrijwilliger helpt mij goed.
5. Ik vind de ontmoetingen leuk.

Onderdeel 3 - Wat heb je aan de ontmoetingen gehad

6. Ik spreek beter Nederlands.
7. Ik schrijf beter Nederlands.
8. Ik lees beter Nederlands.
9. Ik kan beter Nederlands verstaan.
10. Ik durf nu meer.
11. Ik kan nu meer dingen zelf doen.
12. Ik doe nu nieuwe dingen.

Onderdeel 4 - Tot slot

13. Wat vind je goed gaan?
14. Wat kan volgens jou beter?
15. Ik vertel positief over de taalhulp aan anderen.

Bijgewerkt op: 06/12/2022